Rijles geven mag je niet zomaar.
In Nederland mag alleen rijles geven als je bevoegd rij-instructeur bent. Na het volgen van de opleiding tot rij-instructeur, doe je examen bij de IBKI. Zij zijn wettelijk bevoegd om na het slagen een instructeurspas af te mogen geven.
Het examen bestaat uit een aantal deelexamens. Na elk onderdeel ontvang je een deelcertificaat. Ik heb auto- en motorlicentie tegelijk gedaan en moest daarvoor 13 deelcertificaten halen. Variërend van EHBO tot verkeerskunde en onderwijskunde. Om de lesbevoegdheid geldig te houden moet men elke 5 jaar opnieuw examen doen.
Dat wil zeggen 3 theorie-bijeenkomsten volgen en 2 praktijkexamen doen. Het eerste examen kun je niet voor slagen en telt dus niet mee. Zeg maar, een soort toets.
Zodra men het 2e praktijkexamen met een onvoldoende heeft afgesloten, krijgt men een herkansing.Als men dan een onvoldoende haalt, moet de instructeurspas binnen enkele weken worden ingeleverd en moet men de hele opleiding opnieuw doen. Ik moet eerlijk zeggen dat ik weinig of geen beroepen kan opnoemen, waar de sancties zo zwaar zijn.
Rijles geven doe je niet zomaar.
En dan heb je een instructeurspas en mag je aan de slag. Om goed gestructureerd les te kunnen geven is er de RIS-methode. Deze Rijopleiding-In-Stappen is een methode waarbij de leerling stapsgewijs de opleiding krijgt aangeboden. De leerling heeft zelf een praktijkboek waaruit hij de lessen kan voorbereiden of terugzien. In dit boek houden we ook zijn vorderingen bij, zodat de leerling precies weet waar hij staat in zijn opleiding. Ook de ouders kunnen de vordering hier volgen.
De RIS-opleiding bestaat uit 4 modules.
De eerste gaat over de bediening van het voertuig.
De tweede betreft eenvoudige verkeerssituaties en de bijzondere verrichtingen.
Bij de derde module gaan we complexere verkeerssituaties aan, zoals snelweg en rotondes. Deze module wordt afgesloten bij het CBR. (Tussen Tijdse Toets)
In de vierde module gaat het vooral besluitvaardigheid en het zelfstandig rijden. Dit onderdeel sluit de leerling ook af bij het CBR met een examen. Bij voldoende resultaat heeft de leerling zijn rijbewijs. RIS is mede ontwikkeld door het CBR en is een beschermde methode te herkennen aan een “Q” symbool. De instructeurs die RIS geven, hebben een opleiding hiervoor gevolgd en zijn dan als dusdanig gecertificeerd. Leerlingen die les krijgen volgens deze methode hebben een hogere slagingskans.
Tot slot.
Het aantal lessen dat een leerling nodig heeft is afhankelijk van verschillende factoren.Het gemiddelde in Nederland is 43 lesuren voor iemand geslaagd is voor zijn of haar rijbewijs Een van die factoren is de leeftijd. Uit onderzoek is bekend dat een leerling van 23 jaar oud, al snel 20% meer lessen nodig heeft dan iemand van 18 jaar. Leerlingen kunnen ook beperkingen hebben zoals ADHD, ADD, Autisme of een motorisch. Voor deze leerlingen is de RIS-methode uitermate geschikt. Uiteindelijk heeft natuurlijk iedereen baat bij een gestructureerde opleiding. Zowel de langzame en de snelle leerling.